Queenstown

Bert;
Dan the way to Queenstown. Een hip, klein stadje met veel studenten en backpackers. In deze stad kun je bungee jumpen, raften en allemaal wilde dingen doen. Ze noemen het de adrenaline stad. Bij ons vloog de adrenaline meteen met een vaart omhoog toen we in de plaatselijke dierentuin liepen. We kregen een rondleiding door zo'n boswachters typetje met baard en een groene broek. Hij vertelde enthousiast als een klein kind over de kiwi's die voor ons te zien waren in een schemerige ruimte. Tour: 82 dollar entree. Nou ja. Over beesten gesproken, wanneer je thuis die kiwi, welke onderin de fruitschaal ligt, vergeet op te eten, komen er van die fruitvliegjes uit het niets op af. Hier in NZ heb je ze ook en vooral in het bos en bij het water. Kleine irritante vliegjes. Ze komen vanuit het niets en wanneer je langer dan 2 minuten stilstaat, slaan ze toe. Het liefst in het gebied rond de sok word je aangevallen. Je voelt een licht prikje, maar dan vormt er zich een enorme bult die jeukt als een malle. Daardoor krab je het open en zien je benen er al snel uit als een drugsverslaafde die echt aan zijn laatste reis bezig is. De sandflies.
Op de camping buurman Jan van Drunen uit Brabant ontmoet. Een vlotte 60er, vrijgezel, gezellig met een zachte g. We hebben samen gegeten en bier gedronken.